Op kamp in Geel, dag 1 tot 4

Na enkele dagen radiostilte zijn we eindelijk online! Met veel plezier brengen we jullie de eerste kampblog. Er zijn al veel avonturen beleefd, spelletjes gespeeld en liedjes gezongen. Het coronavirus splitst ons kamp in twee maar dat houdt ons niet tegen om de tijd van ons leven te hebben.

De eerste dag waren we niet met veel, maar er is wel heel veel gewerkt. De tenten gingen in de lucht, maar bleven nog een dagje leeg. Ons favoriete huisdier en tevens mascotte, Cas de kip, kreeg ook een huisje om in te slapen. De leiding en jonghernieuwers zwoegden en zweetten om alles op poten te zetten en die poten ook grondig te ontsmetten. Na een lange dag werken kropen ze in hun bed en droomden ze over de dagen op kamp die nog zouden volgen.





We waren vroeg uit de veren en begonnen gretig aan ons lekkere ontbijt op dag twee. Enkele sneden brood later konden we de knapen al opwachten met open armen (en een mondmasker). Later op de dag sloten onze jongknapen ook aan en was onze groep bijna compleet! Na veel spelen in het zonnetje waren we al vertrouwd met ons nieuwe paradijs en was het kamp echt begonnen. Gelukkig konden we rekenen op onze fantastische kookouders om onze buikjes te vullen met (warme) soep en kip (Cas bleef gespaard!) met patatjes. “Zo lekker kunt ge nergens eten”, klonk het bij leider Kobe. Na een koningsmaal van jewelste was het weer tijd voor een namiddag bomvol activiteiten. De avond viel en zo ook de eerste lokken haar van onze jonghernieuwers. Na wat vakkundig werk met een tondeuse werden er 17 nieuwe haarstijlen ontdekt. Hoofdleider Lucas keek ernaar en zag dat het goed was.














KUUUU KKKE LU KKKEEEUUUUU!!! Opstaan!!

Dag drie begon met een prachtige serenade door Cas de kip. Enkele kraaien later was het al tijd voor de dagelijkse inspectie. De jongknapen hadden hun snoep goed verstopt (hun koffers waren ook in orde trouwens). Na de inspectie was het onze beurt om Cas de kip toe te zingen. Ons prachtige kamplied was voor de eerste keer te horen in Geel en omstreken tijdens de zangstonde. Om klokslag 12 uur was het weer tijd om te lunchen. Op het menu stond worst, patatjes en lekkere groentjes. “Hmmm nom nom nom, das lekker, nom nom” wist leider Ferre ons te vertellen tussen het schrokken door. Wat platte rust was op zijn plaats om het eten te laten zakken.

Toen iedereen was uitgerust konden we de spelen hervatten, op het programma stond onder andere kogelstoten, discuswerpen en 4x100 meter. Zoveel sporten vraagt om krachtvoer, gelukkig hebben we onze kookouders. Die leverden ons spaghetti om “Amai, dat was lekker! Is er nog over?” tegen te zeggen. Daarna begon de Zweedse omloop, waar geen Zweden bij betrokken waren door corona. Hoewel er enkele leden en een leider (he Ferre?) wat bordjes hadden gemist, kon iedereen toch een mooie tijd neerzetten. Niemand deed het echter beter dan lid Vincent Vreysen van de jonghernieuws, ook wel ‘de goede Vreysen’ genoemd. Deze bink zette een tijd neer van 9 minuten en 20 seconden over 2,5 km. Van lopen ga je zweten en van zweten ga je stinken. Het was dus tijd voor een frisse douche onder de tuinslang, hierna volgde een verdiende nachtrust.






Wie dag drie zegt, zegt dag vier. Wie dag vier zegt, zegt piepjongknapen. Een proper ontbijt en propere inspectie later, luttele formaliteiten in het dagdagelijkse leven van de leden, konden we weer beginnen aan het echte werk. De jongknapen speelden balspelen met variaties zodat het zeker niet saai werd. De knapen deden dan weer een activiteit die eigenlijk niet voorkomt bij de Olympische Spelen, zij speelden namelijk Stratego in combinatie met vlaggenroof. De dag werd afgesloten met een filmavond bij de jongknapen en jonghernieuwers. Die piepjongknapen haalden hun beste voetbalmagie naar boven tegen hun leiding en speelden de pannen van het dak. Na een vermoeiende dag kropen we weer allemaal in de wol na weer een leuke dag.

 











 


Reacties